Leven zonder tijd, stel je dat eens voor…
Als mensensoort zijn we niet geboren als klok-dieren. In de prehistorie hielden onze voorouders zich bezg met jagen en verzamelen, op het ritme van de natuur. Ze woonden in groepen van 10 tot 25 personen. Ze leefden mobiel. Als je op een plek niet meer genoeg eten kon vinden, pakte je je boeltje op en trok je ergens anders naar toe.
Het tempo van verplaatsen was natuurlijk een stuk trager dan dat van ons. Als je niet meer dan 5 km per uur kunt lopen, ga je langzaam van de ene plek naar de andere. Je neemt de tijd, omdat je niet anders kan. Haasten heeft weinig zin in de prehistorie, als je met een groep mensen bent, waaronder jonge kinderen.
Onze verre voorouders kenden niet anders dan de opkomst en ondergang van de zon, de wisseling van de seizoenen en alles wat dat bracht aan veranderingen in de natuur. De geboorte en het opgroeien van hun kinderen en hun eigen verouderingsproces, ziekte en dood.
We gaan er vanuit dat de mensheid lang op het ritme van de seizoenen heeft geleefd en pas later tot kloktijd overging. De opkomst van zonnewijzers en waterklokken gaf wel iets meer mogelijkheden voor tijdsbeheersing.
Opkomst van het tijdregiem
Het waren de monniken in kloosters die als eersten onder een strak tijdregiem werden gezet. Ora et labora. Bid en werk, en dat op vaste tijden. De lauden, de metten, de vespers struktureren het leven van monniken in een
collectief ritme.
Het dagrooster is een oude erfenis uit de kloostergemeenschappen. De religieuze orden gingen over tot het ontwerpen en uitvoeren van collectieve tijdritmes. Met een dagrooster worden alle bezigheden en gebeden van monniken en nonnen gesynchroniseerd. In kloosters worden oude methoden om de tijd te meten verder verfijnd en gebruikt. Eerder rekende men in uren, met behulp van zonnestand en andere primitieve hulpmiddelen. De tijd wordt in kloosters opgedeeld in kwartieren, minuten en secondes.
Wat is de waarde nog?
Een tijddiscipline van vaste klokmomenten voor alle gebeurtenissen doet iets met mensen. Dit geeft struktuur, houvast, orde in het leven, maar nog iets anders: het onderwerp de onrustige chaotische menselijke geest aan een andere kracht. Bij de monniken was het uiteraard de bedoeling dat zich in dienst van god zouden opstellen. De tijddiscipline diende een ‘hoger doel’, dat de gemeenschap én het individu ten goede kwam.
Veel mensen doen het (ook nu nog) ontzettend goed op een ritme van reinheid, rust en regelmaat. Het tijdritme van de kloosterordes wordt zelfs wel van stal gehaal als best practice. Door regelmaat en structuur in je dagen te bouwen, kun je veel aan. Gelijkmatig en met de juiste energie werken, afwisselen van rust en actie, met vaste slaaptijden, doet veel mensen heel goed.
Bronnen
Adam, B, “Timewatch. The Social Analysis of Time”. Cambridge, Polity Press, 199
Adam, B, “Time”. Cambridge, Polity Press 2004
Foucault, M Discipline, toezicht en straf, de geboorte van de gevangenis. Groningen, Historische Uitgeverij,1989
Verbeek, G. Zappen door de tijd. Op zoek naar onze moderne tijdsbeleving. Boekscout, 2017