Tijdsdisciplinering als onderwerping
In mijn vorige blog beschreef ik hoe in de Middeleeuwse kloosters de dagordening met behulp van de klok is ontstaan. Andere parijen zagen zo hun voordeel van deze manier van disciplinering en zetten die in voor heel andere doelen. Een wat extreme maar vrij scherpe beschrijving hiervan komt van Foucoult.
Hij vertelt in “Discipline, toezicht en straf, de geboorte van de gevangenis” (1989) over de omslag in de 17 en 18e eeuw van de strafvervolging. Werd er eerder bij het straffen gericht op het lichaam, later werd de straf gericht op de ziel. Van pijnlijke lijfstraffen ging het naar morele verbetering en heropvoeding. Een ontwikkeling die zich in een relatief kort tijdsbestek heeft afgespeeld.
Foucault vertelt hoe deze ontwikkeling uiteindelijk leidt tot een onderwerping van het menselijk lichaam én de geest aan disciplinerende krachten. Het lichaam wordt getemd, onderworpen en genormaliseerd. Mensen gaan zich uit zichzelf aan de nieuwe standaard aanpassen. Wie dat niet doet, wordt gekwalificeerd als abnormaal, en uit de maatschappij verwijderd en opgesloten in gevangenis of gestichten. Ook scholen, fabrieken en ziekenhuizen ziet Foucault als disciplinerende instellingen, die de mens temmen.
In de gaten houden
Hiervoor gebruikt Foucault de metafoor van het panopticum in stelling: een architectonisch ontwerp waarin het toezichthoudend oog vanuit een wachttoren in het midden iedereen in de gaten kan houden, terwijl het zelf onzichtbaar is. Bijvoorbeeld in de koepelgevangenissen. De bewoner weet niet of en wanneer hij in de gaten gehouden wordt. Mensen gaan zich gedragen alsof zij de hele tijd gezien worden. Toezicht en controle worden machtsmiddelen.
Tijd en ruimte worden in disciplinerende instituten nauwlettend gebruikt en ingedeeld als manieren om orde en disciplinering af te dwingen. De bouw van kazernes is aan strikte richtlijnen onderworpen. “Het geheel dient te worden omsloten door een tien voet hoge stenen ommuring die op dertig voet de voornoemde barakken volledig omringt” ( Foucault 1989) .
Scholen worden gebouwd en ingericht om jonge mensen te trainen. En hen samen te brengen, maar tegelijk gescheiden te houden. De bedden in slaapzalen van leerlingen worden met gordijnen zo afgesloten dat ze elkaar bij opstaan of naar bed gaan niet kunnen zien. Ook de inrichting van ziekenhuizen en fabrieken is met middenpaden ingericht op controle en toezicht.
De ’tijd’ wordt onderdeel van disciplinering. In het leger en op scholen worden de activiteiten steeds verder gereguleerd. “Op de laatste slag van het uur luidt een leerling de klok en op de eerste knielen alle leerlingen, de armen gekruist en de ogen neergeslagen’ (Foucault, 1989) In fabrieken moet elke minuut nuttig gebruikt worden. Afleidingen, spelletjes en praatjes zijn verboden.
Tegenreactie
Disciplinering, het opleggen ervan aan mensen die dit moeten ondergaan, geeft weerstand.
Er heeft altijd verzet bestaan tegen tijdsdruk en de economisering van prestaties en productie. Vooral als de tijdsdruk door anderen wordt opgelegd. Mooie voorbeelden hiervan zijn terug te vinden in oudere maatschappelijk gerichte bewegingen en het anarchistische verzet.
Voorbeeld verzet tegen de tijdsorde |
De Parijse bevolking komt op 14 juli 1789 in verzet tegen de monarchie en bestormt de Bastille. Hierop volgt een radicale omwenteling in de machtsverhoudingen en het dagelijks leven. Zelfs de tijdordening wordt drastisch aangepast. De revolutionairen stellen een nieuwe kalender in, waarin een week niet uit zeven maar uit tien dagen bestaat. De tijd wordt niet langer vanaf de geboorte van Christus gerekend, maar vanaf de geboorte van de Franse Revolutie. Een dag krijgt 10 uren die elk 100 minuten kennen. En elke minuut 100 seconden.
De nieuwe kalender is een doelbewuste breuk met het tijdsperspectief verleden. Helaas werkt het met het gebruik van de klokken wat minder praktisch en wordt na verloop van tijd toch de oude kalender in ere hersteld. |
Ook na de Franse revolutie blijft er sluimerende weerstand bij de bevolking tegen elke vorm van ‘opgelegde tijd’, of die nu van de kerk of van de overheid komt. Tijdens de volgende Parijse revolutie van 1830 worden alle klokken in de stad kapot geschoten, als daad van verzet
Big Brother watching in de 21e eeuw
Het panopticum van de 21e tijd is misschien wel te vinden in de alomtegenwoordige informatietechnologie. Waarbij mensen zichzelf in de etalage zetten. Zichtbaar zijn op facebook en andere social media, In China kunnen mensen die zich niet ‘ordelijk’ gedragen, uitgesloten worden van maatschappelijke posities en banen.
Er wordt een universele credit score ontwikkeld. Waarbij financiële kredietwaardigheid wordt bijgehouden en ook je ‘sociale krediet’. Zeg je iets negatiefs over een politicus of koop je een ‘nutteloos’ computergame? Dan gaan er punten af van je krediet. Geef je een donatie of doe je een geaccepteerde activiteit? Dan krijg je er punten bij. Tot nu toe is dit een pilot, vanaf 2020 wil de overheid het systeem voor alle Chinezen invoeren.
Bronnen
Adam, B, “Timewatch. The Social Analysis of Time”. Cambridge, Polity Press, 199
Foucault, M Discipline, toezicht en straf, de geboorte van de gevangenis. Groningen, Historische Uitgeverij,1989
Verbeek, G. Zappen door de tijd. Op zoek naar onze moderne tijdsbeleving. Boekscout, 2017